Samenvatting van het boek
De Vegetariër1 van de Zuid-Koreaanse schrijfster Han Kang is opgebouwd uit drie delen, elk verteld vanuit een ander perspectief: eerst dat van Yeong-hye’s echtgenoot, daarna haar zwager, en ten slotte haar zus In-hye.
Yeong-hye besluit op een dag abrupt geen vlees meer te eten, nadat ze een droom heeft gehad die doordrongen is van bloed en geweld. Wat begint als een ogenschijnlijk eenvoudig dieet verandert langzaam in een radicale levenshouding: ze weigert niet alleen vlees, maar ook andere conventies die het lichaam en de geest onderdrukken.
Haar omgeving reageert met ongeloof en woede. Haar echtgenoot ziet haar keuze als een persoonlijke belediging en een bedreiging van hun “normale” huwelijk. Haar ouders proberen haar met dwang en zelfs fysiek geweld weer in het gareel te krijgen. In het tweede deel raakt haar zwager obsessief gefascineerd door haar lichamelijke transformatie, wat leidt tot een kunstzinnige maar ook destructieve obsessie. In het derde deel probeert haar zus In-hye te begrijpen hoe Yeong-hye’s zoektocht naar puurheid en geweldloosheid zo ver kon gaan dat ze zichzelf bijna volledig uithongert en steeds meer één wil worden met de natuur.
Yeong-hye’s weigering om vlees te eten staat niet alleen voor een dieet, maar voor een existentiële afwijzing van een wereld die op geweld is gebouwd. Haar keuze onthult de harde reacties die ontstaan wanneer iemand het verborgen lijden achter alledaagse gewoontes weigert te accepteren.

Het belang van fictie voor christelijke veganisten
Voor christelijke veganisten kan het lezen van fictie een geestelijk én praktisch hulpmiddel zijn. Romans zoals De Vegetariër bieden een veilige ruimte om morele dilemma’s, gevoelens van onbegrip en vragen over geweldloosheid te verkennen zonder dat er direct een “juist” antwoord wordt opgelegd. Verhalen prikkelen de verbeelding en vergroten het vermogen tot empathie, precies de eigenschap die zowel christendom als veganisme centraal stelt. Door zich in te leven in personages als Yeong-hye kunnen lezers oefenen in het “meehuilen met wie huilen” (Romeinen 12:15) en leren ze hun eigen overtuigingen scherper te zien. Fictie laat ons ervaren hoe het is om tegen de stroom in te gaan en helpt moed en compassie te voeden voor hun eigen weg in de wereld.
Onbegrip voor wie anders kiest
Han Kang toont scherp hoe individuen die een moreel afwijkende keuze maken vaak stuiten op afwijzing. De familie van Yeong-hye ervaart haar beslissing als een aanval op hun eer en traditie, en probeert haar met dwang terug te brengen naar de “normale” orde.
Veganisten herkennen deze dynamiek. Binnen kerken kan het onbegrip zelfs extra pijnlijk zijn: maaltijden draaien vaak om vlees, en teksten over “heerschappij” over dieren worden soms gebruikt als rechtvaardiging voor consumptie. Wie om ethische redenen plantaardig leeft, krijgt vragen als “God gaf ons toch de dieren?” of voelt zich buitengesloten bij feesten als Pasen of Kerst.
De sociaal-psychologe Melanie Joy beschrijft dit mechanisme als carnisme, het onzichtbare systeem dat vlees eten als vanzelfsprekend beschouwt. In Beyond Beliefs schrijft zij:
“Only with awareness of carnism can we reclaim our freedom of choice; without awareness, there is no free choice.”2
Met andere woorden: pas als we zien dat “normaal” niet neutraal is, kunnen we werkelijk vrij kiezen. Joy wijst er ook op dat wat wij “natuurlijk” noemen vaak slechts de cultuur van het moment weerspiegelt:
“What we learn to call ‘natural’ is actually just the dominant culture’s interpretation of history.”3
Yeong-hye’s familie ziet vlees eten als een vanzelfsprekend onderdeel van het leven, net zoals veel kerkleden dat doen. Haar keuze om hier niet meer aan mee te doen, ontmaskert deze culturele blindheid en roept daardoor angst en agressie op.

Compassie als gemeenschappelijk fundament
Toch delen christendom en veganisme een belangrijke kern: compassie. Jezus’ leven en leer zijn doordrongen van zorg voor de kwetsbaren en voor de hele schepping. Paulus spreekt over de “verlossing van de schepping” (Romeinen 8), en profetische visioenen schilderen een toekomst zonder geweld, zelfs tussen dieren. Veganisme kan christenen helpen deze roeping concreet te maken: het is een manier om de vrede en barmhartigheid van Gods Koninkrijk nu al zichtbaar te laten worden.
Melanie Joy benadrukt het belang van empathie als fundament voor morele verandering:
“To identify with others is to see something of yourself in them and to see something of them in yourself—even if the only thing you identify with is the desire to be free from suffering.”4
Deze woorden sluiten nauw aan bij de christelijke opdracht om naastenliefde te oefenen en “de minste van deze” te beschermen of het nu gaat om mensen of om dieren.
Wat christenen van veganisten kunnen leren
Veganisten laten zien dat morele keuzes mogelijk zijn, ook wanneer de samenleving iets anders verwacht. Hun bereidheid om offers te brengen voor het welzijn van dieren, mensen en de planeet weerspiegelt iets van het kruis: het kiezen voor liefde, ook als het ongemakkelijk is. Kerken kunnen dit zien als een uitnodiging tot zelfonderzoek: hoe kunnen wij onze tafels en tradities zo inrichten dat ze leven en gerechtigheid bevorderen in plaats van lijden te veroorzaken?
Conclusie
De Vegetariër is geen preek en geen handleiding, maar een krachtige spiegel. Het boek laat zien hoe moeilijk en eenzaam het kan zijn om een andere weg te gaan maar ook hoe noodzakelijk het is voor wie vrede zoekt. Christenen en veganisten hoeven geen tegenstanders te zijn; hun gezamenlijke roeping tot compassie kan juist een brug vormen. In een wereld die snakt naar verzoening kan de kerk veel leren van de radicale empathie die veganisten belichamen, en samen kunnen zij een toekomst verbeelden waarin Gods schepping in haar geheel wordt geëerd en beschermd.
Voetnoten
- De Vegetariër, Han Kang, 2016, Nijgh & van Ditmar ↩︎
- Beyond Beliefs: A Guide to Improving Relationships and Communication for Vegans, Vegetarians, and Meat Eaters, Melanie Joy, 2017, Roundtree Press ↩︎
- Ibid. ↩︎
- Why We Love Dogs, Eat Pigs, and Wear Cows: An Introduction to Carnism, Melanie Joy, 2009, Red Wheel ↩︎
- “Beesten kunnen nooit zo wreed zijn als de mens”
- Wanneer het dier terugkeert: Ossenkop, de afwezige referent en de prijs van vlees
- Van Sint Franciscus tot Goodall: een erfenis van respect
- De Vegetariër – Wat kunnen we leren van fictie?
- “Tender Is the Flesh” en het Heilig Avondmaal: Een overdenking