Agustina Bazterrica’s roman Tender Is the Flesh opent een wereld die ons tegelijk afstoot en fascineert. In dit grimmige toekomstbeeld is het eten van mensenvlees genormaliseerd. De lezer wordt gedwongen om door de ogen van de hoofdpersoon te kijken en te ervaren hoe het voelt wanneer de vanzelfsprekende grens tussen mens en dier volledig verdwijnt. Het is een boek dat walging oproept, en precies dáár ligt de spiegel die ons wordt voorgehouden.
De spiegel van onze omgang met dieren
Wat ons zo schokt in Bazterrica’s verhaal is niet enkel het kannibalisme zelf, maar het alledaagse ervan: de koele efficiëntie, de industriële kweek, het klinische slachten. De procedures in het boek zijn bijna letterlijk overgenomen uit de realiteit van de veehouderij, slechts met één verschil: in plaats van koeien, varkens of kippen, gaat het nu om mensen.
Bazterrica schrijft: “They don’t call them humans because it would be taboo. They call them heads, special meat, product.”
En elders: “When you see something every day, you stop seeing it.”
De schok van deze woorden komt niet alleen doordat het over mensen gaat, maar omdat ze pijnlijk herkenbaar zijn voor wie ooit een slachthuis of industriële stal heeft gezien. De taal die dieren reduceert tot “product” is dezelfde taal die in de roman op mensen wordt toegepast.

De Bijbel herinnert ons eraan dat alle schepselen waarde hebben in Gods ogen:
“En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was.” (Genesis 1:25)
Als christenen geloven we dat de schepping door God goed is, dat elk schepsel een eigen waarde en adem van de Schepper draagt. Toch zijn wij vaak blind voor het lijden dat ons dagelijks voedsel veroorzaakt. Tender Is the Flesh legt deze hypocrisie onbarmhartig bloot.
Het vlees en het Woord
De Bijbel kent vele beelden van vlees en bloed. In het Oude Testament werden dieren geofferd en gegeten als teken van verbond en verzoening. Vlees was heilig voedsel, maar ook een herinnering aan sterfelijkheid en schuld.
“Want het leven van het vlees is in het bloed, en Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven om voor uw leven verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerkt.” (Leviticus 17:11)
Toen Jezus het Heilig Avondmaal instelde, deed Hij iets radicaals:
“En Hij nam brood, dankte, brak het en gaf het hun, zeggende: Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doe dat tot mijn gedachtenis. Evenzo ook de beker, na de maaltijd, zeggende: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.” (Lukas 22:19-20)
Hij verving het lam van het Pascha, een echt dier, door brood en wijn, symbolen van leven en gemeenschap, niet van slacht. Waar het oude verbond bloed vroeg, biedt het nieuwe verbond een maaltijd zonder doden.

Naar een eucharistie van vrede
In dat gebaar kunnen we een profetische wending zien. Het Avondmaal is een maaltijd zonder vlees, een voorproef van het Koninkrijk waarin “de wolf bij het lam zal wonen, het kalf en de jonge leeuw samen weiden, en een kleine jongen zal ze leiden” (Jesaja 11:6).
Bazterrica’s dystopie legt een duistere waarheid bloot, maar het evangelie biedt een tegenovergestelde visie: een wereld waarin niemand meer hoeft te doden om te leven.
“Hij zal oordelen tussen de heidenvolken
en veel volken vonnissen.
En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen.
Oorlog voeren zullen zij niet meer leren.” (Jesaja 2:4)
En in bredere zin: geen zwaard tegen mens of dier.
Conclusie
Tender Is the Flesh confronteert ons met de vraag of we werkelijk leven naar de genade die wij belijden. Als wij het eten van mensenvlees zo afschuwelijk vinden, waarom accepteren wij dan de dagelijkse slachting van dieren die, net als wij, adem en gevoel hebben? Misschien roept Christus ons in het Avondmaal op tot een nieuwe vorm van gemeenschap: een tafel waar niemand wordt gedood, waar het leven wordt gevierd in brood en wijn, en waar de schepping eindelijk rust vindt in de liefde van haar Schepper.
Zoals Bazterrica waarschuwt: “When you see something every day, you stop seeing it.”
Het Avondmaal opent juist onze ogen – om te zien, te breken, te delen, en te kiezen voor leven.

Tender is the Flesh
Agustina Bazterrica
224 pagina’s
Uitgever: Simon & Schuster
2017 (Engels in 2020)
Working at the local processing plant, Marcos is in the business of slaughtering humans’ though no one calls them that anymore.
His wife has left him, his father is sinking into dementia, and Marcos tries not to think too hard about how he makes a living. After all, it happened so quickly. First, it was reported that an infectious virus has made all animal meat poisonous to humans. Then governments initiated the ’transition.’ Now, eating human meat”special meat”is legal. Marcos tries to stick to numbers, consignments, processing.
Then one day he’s given a gift: a live specimen of the finest quality. Though he’s aware that any form of personal contact is forbidden on pain of death, little by little he starts to treat her like a human being. And soon, he becomes tortured by what has been lost’and what might still be saved.
- “Beesten kunnen nooit zo wreed zijn als de mens”
- Wanneer het dier terugkeert: Ossenkop, de afwezige referent en de prijs van vlees
- Van Sint Franciscus tot Goodall: een erfenis van respect
- De Vegetariër – Wat kunnen we leren van fictie?
- “Tender Is the Flesh” en het Heilig Avondmaal: Een overdenking