In de introductiepost van deze serie heb ik uitgelegd wat het doel van de serie is. We gaan zeven veel gehoorde argumenten bespreken die christenen gebruiken om hun eetgewoonten te rechtvaardigen. Vandaag bespreken we het vierde argument, namelijk dat vlees eten “Nice” is, oftewel lekker, aangenaam, begeerlijk is. De vierde N. Als je de vorige posts nog niet gelezen hebt dan kun je die hier teruglezen:
- De zeven N’en van christelijke vleeseters – Introductie
- De zeven N’en van christelijke vleeseters – Normaal
- De zeven N’en van christelijke vleeseters – Natuurlijk
- De zeven N’en van christelijke vleeseters – Noodzakelijk
- De zeven N’en van christelijke vleeseters – Nice
- De zeven N’en van christelijke vleeseters – Noach
Inleiding
Waar waren we dus gebleven? We hebben gezien dat het feit dat iets “normaal” is niet betekent dat we het zondermeer kunnen blijven doen. Heel veel kwesties die we tegenwoordig als onacceptabel zien waren ooit normaal. Denk bijvoorbeeld aan de slavernij.
Ook hebben we gezien dat het punt dat het gebruik van dieren voor voedsel “natuurlijk” zou zijn geen goed argument is. We hebben gezien dat we omnivoren zijn en dus van alles kunnen eten, zodoende is vlees en andere dierlijke producten consumeren hooguit een keuze. Daarnaast hebben we gezien dat we de gedragspatronen van dieren niet selectief als voorbeeld voor ons eigen gedrag kunnen nemen, want dan geldt dat ook voor vele andere acties van dieren die we in de menselijke maatschappij als onacceptabel zien.
Het derde argument dat we besproken hebben is dat de consumptie van dierlijke producten “noodzakelijk” zou zijn, omdat we anders allerlei voedingstoffen te kort zouden komen. We hebben een aantal specifieke stoffen besproken, zoals eiwitten en vitamine B12, en hebben gezien dat we deze ook op andere manieren kunnen verkrijgen, via plantaardig voedsel en soms via een supplement (wat in die gevallen bij dieren vaak ook het geval is). Oftewel, er is geen goed argument om te zeggen dat het voor ons, als 21ste-eeuwse westerlingen, met een supermarkt op fietsafstand, noodzakelijk is om dierlijke producten te consumeren voor de voedingstoffen.
Nice
Wat is dan de conclusie die overblijft? Waarom eten we nog dierlijke producten als dit alles zo is?
Omdat we het lekker vinden, oftewel “Nice”. Of, zoals Francione en Charlton zeggen in Eat Like You Care:
If you choose the animal product, you are participating in suffering and death in the absence of any sort of conflict or compulsion. Your only justification is that you enjoy consuming animal products or that it is more convenient for you to do so1.
Eigenlijk is dit de reden waarom de meeste mensen vlees (en andere dierlijke producten) eten. Ze vinden het lekker.
Dan is de vraag echter, is dit een goede reden om het te blijven doen?
Definitie
Laten we eerst even nadenken over wat iets “lekker” vinden eigenlijk is. Volgens Van Dale2 betekent het:
- aangenaam van smaak; = smakelijk
- aangenaam van geur
- aangenaam voor de gevoelens, prettig, behaaglijk
Het gaat dus om een aangenaam gevoel.
De vraag is dan, zouden we voor welk ander aangenaam gevoel dan ook kunnen rechtvaardigen dat een dier moet sterven?
Laat we het tweede voorbeeld vanuit het woordenboek gebruiken: geur. Stel dat iemand de geur van bloed “lekker” vind, wat zouden we zeggen als de persoon dagelijks een kip slacht om er een kwartiertje aan te ruiken?
Het is natuurlijk een beetje vergezocht omdat de meeste mensen eerder walgen bij de geur van bloed (wat overigens een bewijs is dat we geen echte carnivoren zijn) maar het toont aan hoe gecompliceerd de redenering is dat we ander wezen zouden mogen slachten voor een aangenaam gevoel, omdat iets lekker is.

Of stel dat iemand het fijn vind om honden te zien vechten, is dit een goede reden om dit toe te staan?
Of iemand die het lekker vind om seksuele activiteiten met dieren te verrichten?
En als we de vergelijking nog verder doortrekken, wat als iemand het lekker vind mens te eten? Moeten we het omwille van het plezier dat iemand eraan ervaart als maatschappij toestaan, want de persoon vind het nu eenmaal lekker?
Over het algemeen vinden de meeste mensen alle voorbeelden hierboven gelukkig afschuwelijk en kunnen we het ons niet voorstellen dat we dit zouden normaliseren.
Maar wat is het verschil met het eten van dieren? We hebben al gezien dat het niet noodzakelijk is, want we kunnen prima zonder. Ook hebben we gezien dat het feit dat het normaal of natuurlijk zou zijn geen argumenten zijn om door te blijven gaan met het eten van dieren.

Vegans zijn sentimenteel
Is het feit dat we iets lekker vinden dan nog genoeg basis om het te blijven doen?
Zijn de 5-15 minuten plezier die jij hebt in het eten van een stukje vlees het hele leven van een dier waard terwijl er goede alternatieven zijn, die de nodige voedingstoffen bevatten en die ook lekker zijn?
Als je dit soort argumenten geeft wordt dit vaak gezien als te emotioneel of sentimenteel, maar laten we daar eens over nadenken. Zoals Safran Foer zegt in Eating Animals:
Very often, those who express concern about (or even an interest in) the conditions in which farmed animals are raised are disregarded as sentimentalists. But it’s worth taking a step back to ask who is the sentimentalist and who is the realist.
Is caring to know about the treatment of farmed animals a confrontation with the facts about the animals and ourselves or an avoidance of them? Is arguing that a sentiment of compassion should be given greater value than a cheaper burger (or having a burger at all) an expression of emotion and impulse or an engagement with reality and our moral intuitions?
Two friends are ordering lunch. One says, “I’m in the mood for a burger,” and orders it. The other says, “I’m in the mood for a burger,” but remembers that there are things more important to him than what he is in the mood for at any given moment, and orders something else. Who is the sentimentalist?3
Het feit dat je stilstaat bij je keuzes en niet gelijk toegeeft aan je gevoelens is niet sentimenteel, zwak of emotioneel, maar het is juist bewuste keuzes maken op basis van kennis en overtuiging. Niet toegeven aan je “zin”, je begeerten.
En de Bijbel?
En is er iets christelijker dan niet simpelweg toegeven aan je begeerten? Een paar Bijbelse voorbeelden:
Maar bekleed u met de Heere Jezus Christus, en verzorg het vlees niet om begeerten op te wekken.4
Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen5.
Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen6.
Ook in het tiende gebod (Ex. 20:17) gaat het over niet begeren. En Paulus gebruikt juist dit gebod om de wet en de zonde te illustreren in Romeinen 7. En we zouden zelfs kunnen zeggen dat alle andere geboden in zekere zin beginnen met begeerte van de plaats van God of de ander. Anders gezegd, begeerte is de wortel van de zonde en het kwaad.
Oftewel, het is niet alleen rationeler, maar ook nog eens Bijbels om ons niet te laten leiden door onze begeerten, maar te zien of het nuttig, of het goed is.
Conclusie
Het feit dat we vlees, ei of zuivelproducten (hoeveel mensen heb ik al wel niet horen zeggen dat ze vegetarisch nog wel zouden overwegen, maar zonder kaas is een brug te ver…) lekker vinden is dus, mijns inziens, geen rechtvaardiging om simpelweg dierlijke producten te consumeren zonder de gevolgen ervan voor de dieren, de schepping, andere mensen en onszelf te overdenken. En als het voordeel (“ik vind het lekker”) niet op kan wegen tegen de vele nadelen, kunnen we het dan nog “gewoon” blijven doen?
Voetnoten
- Eat Like You Care, Gary Francione & Anna Charlton ↩︎
- Gratis woordenboek | Van Dale NEDERLAND ↩︎
- Eating Animals, Jonathan Safran Foer, pag. 74 ↩︎
- Romeinen 13:14 ↩︎
- Galaten 5:16 ↩︎
- 1 Korinthe 6:12 ↩︎
- “Beesten kunnen nooit zo wreed zijn als de mens”
- Wanneer het dier terugkeert: Ossenkop, de afwezige referent en de prijs van vlees
- Van Sint Franciscus tot Goodall: een erfenis van respect
- De Vegetariër – Wat kunnen we leren van fictie?
- “Tender Is the Flesh” en het Heilig Avondmaal: Een overdenking