“Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?”1
Tijdens zijn aardse bediening zien we Jezus telkens wijzen op de dingen om Hem heen, het alledaagse, het gewone. De boer op de akker, de planten, het bouwen van een huis, een muntje, en de vogels in de lucht.
Nou is er veel te zeggen over deze tekst en het gaat me vandaag niet om een exegese van deze tekst, maar om het idee van kijken naar de vogels.
Deze week sprak ik een aantal bekenden, die zich mij herinneren als een 4-jarig jongetje dat de namen van alle vogels wist. Het klopt inderdaad dat ik me daar al zolang ik me kan herinneren voor interesseer (al denk ik niet dat ik ze allemaal kende, nog steeds niet overigens). Ik heb mijn eerste vogelboekje nog steeds en inmiddels gebruikt mijn oudste zoon het. Ik kruiste de vogels die ik had gezien aan, en inmiddels zet hij de eerste letter van zijn naam ernaast als we een nieuwe soort zien. Zo kunnen we vergelijken welke we gezien hebben.
Veranderingen
Doordat ik zo de vogelbevolking van Nederland nu kan vergelijken met 30 jaar geleden kan ik ook goed zien wat er in die tijd allemaal veranderd is. Vogels die vroeger veel voorkwamen zijn nauwelijks meer te vinden. Vogels die je vroeger nauwelijks zag zie je nu heel veel.
Een voorbeeld is de Veldleeuwerik (Alauda arvensis), een kleine bruine vogel die prachtig kan zingen. Als kind herinner ik me dat hij vrij veel voorkwam (zie de foto hierboven). In open wilde gebieden zaten ze in de weinige hogere vegetatie en hoorde je het gezang. Ik heb echter recent een aantal jaren dichtbij een aantal heien gewoond en daar veel hardgelopen. De Veldleeuwerik zag ik echter bijna niet.
Dit beeld bevestigd zich met de statistieken van Sovon2 over de hoeveelheid Veldleeuweriken die in Nederland broeden:

Er zijn dus grote veranderingen in de vogelpopulatie en dat komt grotendeels door de impact die de mens in die jaren op het milieu heeft gehad, grotendeels vanwege de intensieve veehouderij3 (40% van de stikstof uitstoot komt uit de veehouderij, tegenover 11% uit vervoer bijvoorbeeld).
De vegetatie heeft zich aangepast aan de nieuwe omstandigheden waardoor er minder en andere insecten, zaden en vruchten zijn, waar sommige vogels beter op kunnen leven dan andere.
In het nieuws
Recent was deze veranderde vogelpopulatie ook in het nieuws. Vanwege het vele ijs door de winterse temperaturen viel de hoeveelheid ganzenpoep op bij de BoerBurgerBeweging. De partijleider irriteerde zich er openlijk over dat die hoeveelheid mest niet meegenomen zou worden in de modellen4.
Inderdaad is de ganzenpopulatie gegroeid in Nederland. En zijn er zelfs soorten bijgekomen. De Nijlgans bijvoorbeeld, die tegenwoordig veel voorkomt in Nederland, maar 30 jaar geleden nauwelijks tot niet voorkwam in ons land5.
Een ganzenprobleem?

Dus besloten sommigen dit even te gaan te checken, en wat blijkt, het gaat inderdaad goed met de ganzen in Nederland, en dat heeft een goede reden: de veehouderij, en dan met name de koeien waar diezelfde partij zo voor strijd. De ganzen blijken namelijk ontzettend goed te gedijen op het Engelse raaigras, dat gebruikt wordt als superfood voor de, u raadt het al, koeien.
Dus zelf als de uitstoot van de ganzen proportioneel relevant zou zijn in vergelijking met wat de koeien uitstoten (dat is het niet, het is berekend dat de uitstoot van een koe gelijk is aan ongeveer 65 ganzen, en dat er zeker 10x zoveel koeien als ganzen in Nederland zijn) dan wordt die uitstoot dus uiteindelijk juist veroorzaakt door het feit dat we zoveel koeien houden. Er is dus een makkelijke oplossing voor de uitstoot van de gans: minder koeien!6
De ironie (of eigenlijk trieste realiteit) is dat ondanks het feit dat de veehouderij de oorzaak is van de vele ganzen in Nederland, diezelfde veehouderij grote vergoedingen van uw en mijn belastingcentjes krijgt als ze enige schade ondervinden van de ganzen…7
Kijk eens naar de vogels…
Als we dus doen wat Jezus zegt, en daadwerkelijk kijken naar de vogels, dan zien we de grote impact die wij hebben op deze prachtige dieren. De uitdrukking “kanarie in de kolenmijn” is dus geheel van toepassing op de vogels om ons heen. Ik zou zelfs voorstellen om de uitdrukking te veranderen naar “Kijk naar de vogels in het veld”, dit is veel relevanter voor ons, met veel minder kolenmijnen, en veel velden, gebruikt voor de intensieve veehouderij.
Maar nu zullen de vogelkenners onder ons denken, waarom de Veldleeuwerik? Er zijn zoveel vogels die ontzettend in populatie zijn afgenomen. De Grutto bijvoorbeeld, die in 2015 tot nationale vogel van Nederland is gekozen8, al is het tegenwoordig een zeldzame vogel in Nederland9. En zo hadden we het over tientallen andere soorten kunnen hebben. Volgens onderzoeken is er in Nederland nog maar zo’n 15% van de oorspronkelijke biodiversiteit10, en is dit een verlies dat vele maten groter is dan in de rest van Europa of de wereld. De voormalig directeur van het WNF noemde Nederland de “kampioen biodiversiteitsverlies”11.
De prijzer van de akker
Mijn keuze voor de Veldleeuwerik wordt echter goed beschreven door dit citaat van Martine Vonk:
“Ook in ons eigen land is veel natuur verdwenen. Nou ja, niet zomaar verdwenen… daar waren wij zelf bij. De landbouw wordt intensiever en laat daardoor nauwelijks ruimte meer over voor veldbloemen en insecten die als voedsel voor vogels dienen. De veldleeuwerik is daardoor sinds de jaren zestig met 95 procent in aantal afgenomen.
Saillant detail is dat de Latijnse naam voor de veldleeuwerik letterlijk ‘prijzer van de akker’ betekent. Dit vogeltje vliegt namelijk zo hoog naar de hemel dat je ‘m met het blote oog niet meer kunt zien, maar je hoort nog altijd wel hoe hij zijn Schepper prijst.”12
Het is typerend dat deze Scheppersprijzer op de akker zo lijdt onder de keuzes die wij als Nederlanders, en als mensen wereldwijd, de afgelopen vele jaren gemaakt hebben, tot op het punt dat hij een zeldzaamheid geworden is in Nederland. Toevallig (of niet) in dezelfde periode dat ook het prijzen van de Schepper door mensen steeds zeldzamer is geworden in Nederland13. En met hem, zo vele andere vogels en andere dieren.
De vraag is dus, kunnen wij, als overgebleven prijzers of aanbidders van de Schepper in de kerk, verantwoorden dat we bij blijven dragen aan een systeem dat zoveel schade aan de Veldleeuwerikken en andere soorten blijft veroorzaken?
En omdat ik weet dat u nu nieuwsgierig bent: nee, mijn zoontje heeft de Veldleeuwerik nog niet af kunnen strepen in het vogelboek.
Voetnoten
- Mattheüs 6:26, alle Bijbelverzen komen uit de Herziene Statenvertaling, tenzij anders aangegeven ↩︎
- Veldleeuwerik | Sovon Vogelonderzoek ↩︎
- Het stikstofprobleem is echt Nederlands, uitgelegd in acht grafieken (nos.nl) ↩︎
- Caroline van der Plas woest op… ganzen: ‘Ze laten allemaal mest achter in sloten’ (dagelijksestandaard.nl) ↩︎
- Nijlgans | Sovon Vogelonderzoek ↩︎
- Caroline van der Plas vertelt kwalijke sprookjes over ganzen – Joop – BNNVARA ↩︎
- Veel meer schade aan akkers en vee vergoed, vooral vanwege grauwe gans (nos.nl) ↩︎
- Grutto gekozen tot Nationale Vogel | Vogelbescherming ↩︎
- Grutto | Sovon Vogelonderzoek ↩︎
- Verlies natuurlijkheid in Nederland, Europa en de wereld | Compendium voor de Leefomgeving (clo.nl) ↩︎
- Hoe gaat het met de biodiversiteit in Nederland? | Vanaf Hier ↩︎
- Martine Vonk, Genieten van Genoeg, Micha Boeken, 2013, p. 81 ↩︎
- Religie in Nederland | CBS ↩︎
- “Beesten kunnen nooit zo wreed zijn als de mens”
- Wanneer het dier terugkeert: Ossenkop, de afwezige referent en de prijs van vlees
- Van Sint Franciscus tot Goodall: een erfenis van respect
- De Vegetariër – Wat kunnen we leren van fictie?
- “Tender Is the Flesh” en het Heilig Avondmaal: Een overdenking